Zorginstellingen moeten goedgekeurde overeenkomsten administreren
Per 1 juli 2020 worden wijzigingen in de GMH Code doorgevoerd met betrekking tot interne transparantie. Zorgprofessionals hebben voorafgaande toestemming van hun raad van bestuur of werkgever nodig om een sponsor- of dienstverleningsovereenkomst met leveranciers van medische hulpmiddelen aan te gaan. Dit is vastgelegd in art. 13 lid 7 resp. 15 lid 5 GMH Code. Met ingang van 1 juli wordt hier een aanvullende verplichting voor de bestuurders/werkgevers aan toegevoegd: zij moeten ervoor zorgdragen dat alle goedgekeurde overeenkomsten intern worden geadministreerd.
Ook wordt in de toelichting bij art. 3 een passage opgenomen over het toestemmingsvereiste en de relatie tussen de raad van bestuur en medische staf resp. het Medisch Specialistisch Bedrijf. De principes van goed bestuur zoals verankerd in de Governancecode Zorg brengen mee dat deze partijen afspraken maken over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het toestemmingsvereiste van art. 13 lid 7 resp. 15 lid 5 GMH Code.
De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 juli 2020 en zijn van toepassing op contracten die vanaf die datum door raden van bestuur worden goedgekeurd. Er is geen overgangsregeling en de regeling heeft geen terugwerkende kracht. Dit betekent dat zorginstellingen zoals bedoeld in art. 1 lid GMH Code de dienstverlenings- en sponsorovereenkomsten die zij vanaf die datum goedkeuren, moeten administreren.
Voor de tekst van de nieuwe bepalingen in de gedragscode: klik hier.
Voor de integrale versie van de gedragscode (incl. toelichting) per 1 juli a.s.: klik hier.