Artikel 23 - Disclosure/(her)kenbaarheid posities en relaties

  1. Vertegenwoordigers van leveranciers die aanwezig zijn op een bijeenkomst waaraan zorgprofessionals deelnemen, dienen te allen tijde als zodanig herkenbaar te zijn, bijvoorbeeld door het dragen van een badge.

  2. De organisator van een bijeenkomst die met financiële ondersteuning van een of meerdere leveranciers tot stand komt, dient dit duidelijk van tevoren en tijdens de bijeenkomst kenbaar te maken. Indien een organisator aan een leverancier ruimte biedt om tijdens of parallel aan het hoofdprogramma een eigen onderdeel van het programma te organiseren, dient de organisator ook dit duidelijk van tevoren en tijdens de bijeenkomst kenbaar te maken. Deze verplichting dient in de overeenkomst tussen de leverancier die de financiële ondersteuning biedt en de organisator van de bijeenkomst te worden vastgelegd.
  3. Sprekers op bijeenkomsten dienen transparant te zijn over hun (financiële) banden met leveranciers. Zij dienen voorafgaand aan de inhoudelijke presentatie hun banden met leveranciers of andere in dit kader relevante partijen te melden.
  4. Zorgprofessionals die onderzoek verrichten dat (mede) wordt gefinancierd door een of meer leveranciers, dienen dit te vermelden in alle mondelinge en schriftelijke presentaties en publicaties over dit onderzoek.
  5. Patiëntenorganisaties die een activiteit organiseren die (mede) wordt gefinancierd door een of meer leveranciers, dienen duidelijk te communiceren dat die activiteit (mede) mogelijk is gemaakt door de betreffende sponsor(en).

INTERNE MELDING BIJ EN GOEDKEURING DOOR RAAD VAN BESTUUR


TOELICHTING

 In het kader van transparantie is het belangrijk dat zorgprofessionals op bijeenkomsten weten wie zij tegenover zich hebben en welke belangen een rol spelen. Daarom bepaalt lid 1 dat aanwezige vertegenwoordigers van leveranciers als zodanig herkenbaar moeten zijn door middel van bijvoorbeeld een badge.

Zorgprofessionals moeten ook voorafgaand aan een bijeenkomst kennis kunnen nemen van het feit dat deze (mede) tot stand komt met financiële ondersteuning van een of meerdere leveranciers (lid 2). Deze informatie kan relevant zijn bij de beoordeling om al dan niet aan de bijeenkomst deel te nemen. Ook tijdens de bijeenkomst zelf moet de organisator kenbaar maken dat de bijeenkomst gesponsord is en door welke leveranciers. Indien door de organisatie tijdens of parallel aan het hoofdprogramma een mogelijkheid aan leveranciers wordt geboden om eigen onderdeel van het programma te organiseren, moet dit ook voor de deelnemende zorgprofessionals duidelijk zijn. Zij moeten van tevoren en tijdens de bijeenkomst goed inzicht kunnen hebben welk onderdeel van het programma door wie georganiseerd is. Zie in dat kader ook artikel 9 lid 5 over satellietsymposia.

Lid 3 bepaalt in dit kader dat sprekers voordat zij aan de inhoudelijke presentatie beginnen hun (financiële) banden met leveranciers of andere relevante derde partijen moeten melden. De GMH heeft hiervoor een standaard format van een disclosure slide ontwikkeld [http://www.gmh.nu/index.php?option=com_content&view=article&id=206:disclosure-sheet&catid=39&Itemid=264], dat aansluit bij het format dat door de CGR (zelfregulering geneesmiddelenreclame) wordt gebruikt.

In lid 4 is de verplichting opgenomen dat zorgprofessionals die onderzoek verrichten transparant zijn over financiering van dat onderzoek door een of meer leveranciers. Zij dienen dit te vermelden in alle mondelinge en schriftelijke presentaties en publicaties over het onderzoek. Dit is overigens usance en vaak ook verplicht in veel wetenschappelijke tijdschriften.

Lid 5 bevat de verplichting dat ook patiëntenorganisaties die een activiteit organiseren die (mede) wordt gefinancierd door een of meer leveranciers, duidelijk aangeven wie de betreffende sponsoren zijn. Dit is in lijn met het bepaalde in lid 2.

 INTERNE MELDING BIJ EN GOEDKEURING VAN RAAD VAN BESTUUR

Veel zorgprofessionals zijn werkzaam in een instelling en vormen daarmee een onderdeel van een groter organisatorisch verband. Naast de verantwoordelijkheden die de individuele zorgprofessionals dragen voor het verlenen van goede zorg, dient ook binnen het grotere organisatorische verband zorggedragen te worden voor de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg. De eindverantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het bestuur van het organisatorische verband. Deze bestuurders dienen op de hoogte te zijn van bepaalde financiële relaties die de in de instellingen werkzame zorgprofessionals met leveranciers aangaan, en dienen in bepaalde gevallen daar zelfs toestemming voor te geven.

Met de raad van bestuur wordt gelijkgesteld degene die onder een andere titel de eindverantwoordelijkheid draagt. Voor volledig solistisch werkzame zorgprofessionals geldt dat zij zelf de volledig op de hoogte zijn van en verantwoordelijk voor hun eigen handelen. De regels van de artikelen 24 t/m 26 zijn om die reden niet op hen van toepassing.

De interacties waar de raad van bestuur van op de hoogte gesteld moeten worden zijn gastvrijheid, dienstverlening en sponsoring. In het geval van gastvrijheid is sprake van een meldplicht. De voorwaarden hiervoor zijn uitgewerkt in artikel 24. Voor het aangaan van dienstverlenings- en sponsoringsovereenkomsten is voorafgaande toestemming van de raad van bestuur vereist. De voorwaarden hiervoor zijn uitgewerkt in artikel 25.